Stand-Alone DALI broadcast module

• Functiebeschrijving

  De QDBC02SA is geschikt om maximaal 64 DALI-toestellen aan te sturen. De 1 tot 64 DALI verlichtingstoestellen kunnen verdeeld worden over één of twee DALI- bussen. (elke combinatie van 0 toestellen op de ene kring en 64 op de tweede tot 32 toestellen op beiden kringen is mogelijk). Alle DALI-toestellen die op dezelfde bus zijn aangesloten zullen op dezelfde manier dimmen. De voeding voor de twee DALI- bussen zit geïntegreerd in de QDBC02SA module. De voedingsspanning voor de DALI- armaturen verloopt rechtstreeks, en dient niet op de QDBC02SA te worden aangesloten (zie schema).

  Indien de dimmer als Stand-Alone module wordt gebruikt, kan per DALI- bus een minimum dimniveau van 0% of 10% gekozen worden of een geheugenfunctie worden geactiveerd. Deze instellingen kan je bereiken door gebruik te maken van de knoppen op de module. Zie verder onder “Manuele Bediening” in deze technische fiche. Bij gebruik van deze dimmer in een Qbus-installatie beschikt men over alle instellingen die ter beschikking zijn in Systemmanager III. Indien een ander minimum dimniveau is ingesteld via Systemmanager III, behoudt de module dit ingesteld percentage ook in standalone modus.

  De DALI- bussen zijn kortsluitvast, en zijn beveiligd tegen overbelasting (te veel armaturen). Indien de dimmer omwille van kortsluiting of overbelasting in beveiliging gaat, zal de oranje LED onder de uitgang snel knipperen. De DALI- bussen herstellen zichzelf zodra de kortsluiting of overbelasting is weggenomen. In geval van kortsluiting of overbelasting wordt de bus cyclisch elke 3sec getest. Vanaf firmware versie 3.0 en gebruik met een Qbus controller in een full- domotica installatie, beschikt de module ook over een bistabiel error- adres, om verdere acties mogelijk te maken zoals bij voorbeeld mail-acties via Qbuscloud. Vanaf 01/2022 kan je door middel van een update via een aangesloten CTD en System Manager III, de DALI- eigenschappen van led-drivers ook aanpassen: Dim Min; Dim Max; Power Up-level (standaard 100%); DALI System failure level (standaard 100%)

  Individuele adressering en groepsadressen zijn niet voorzien. Er worden enkel commando’s gestuurd op DALI Broadcast- niveau. 

  De module heeft 3 potentiaalvrije ingangen voor het koppelen van standaard drukknoppen (N.O.) Ingang 1 en 2 bedienen respectievelijk uitgangen 1 en 2. De A-ingang functioneert met een puls tussen 0,7sec en 3sec als een “Alles Uit”-commando. Een lange puls > 3sec op de A-ingang functioneert als “Alles Aan”-commando. Door het met elkaar koppelen van de A-ingangen van verschillende Stand-Alone modules kunnen meerdere uitgangen op verschillende modules in groep gestuurd worden. Het functioneren van ingang A kan je aanpassen wanneer de QDBC02SA aan een Qbus CTD controller gekoppeld is en door middel van de Qbus configuratiesoftware System Manager III. Zo kan je de ingangsvertragingen, alsook een cascadetijd tussen 0 en 254seconden instellen. Ook kan je bepalen of de dimkanalen al dan niet mogen gestuurd worden bij een “Alles Uit”- en/of “Alles Aan”-commando op de A-ingang. 
  De cascaderegeling vermijdt een piekbelasting wanneer bij voorbeeld veel uitgangen gelijktijdig via ingang A worden gestuurd. Eens deze wijzigingen zijn geprogrammeerd, kan de module afgekoppeld worden en met deze instellingen Stand-Alone verder werken. 

   

  De module bevat 2 LED-uitgangen voor terugmelding op de schakelaars. Hiervoor moet in functie van de werkspanning van de LED- terugmelding, een externe DC- voeding tussen 5Vdc en 24Vdc geïnstalleerd worden.

   

  De dimmer-uitgangen kunnen in standalone enkel als een één-toets dimmer geprogrammeerd worden. Bij een 1-toets dimmer moet de cyclus steeds vervolledigd worden: Bij lang drukken van 100% naar 0% of lang drukken van 0% naar 100% is de looptijd 5sec. Een korte puls (< 0.3 sec) brengt de dimmer van 0% naar 100% of van 100% naar 0% in 2.5 seconden. 

  Bij gebruik van een Qbus Controller (CTD) kunnen onder andere volgende extra functies gebruikt worden:

  • Dimstart waarde “dag” tussen 5% en 100%.
  • Dimstart waarde “nacht” tussen 5% en 100%
  • Timerfunctie Time Off
  • Combinatie met logica, sferen, sensoren…

  De dimmer kan bij aansteking via korte puls ook automatisch gedimd worden na een ingestelde tijd van 1 seconde tot 255 minuten (TimeOff). 

  Indien dimmers via een sfeer of TimeOff gestuurd worden, kan de tijd voor het vervaagd uitgaan en de tijd voor vervaagd aangaan onafhankelijk ingesteld worden tussen 0,3 seconden en 20 minuten (Fade). 

  Elke module heeft een uniek serienummer (6 tot 10 cijfers). Op basis van dit serienummer  kan de module geprogrammeerd worden via de Qbus software. 

  Elke QDBC02SA is intern beveiligd met een zelfherstellende zekering. Zorg voor adequate ventilatie in de verdeelkast. 

• Technische gegevens

  Algemene specificaties

  • Voeding : 110 – 240Vac - +-15%, 50/60Hz, beveiliging d.m.v. automatische zekering van  maximum C16A/2P
  • Doorslagspanning : getest op 3 kVac
  • Verbruik: 1,15VA onbelast. + 0,032VA per aangesloten DALI-toestel.
  • Operationele temperatuur: 10°C tot 70°C. Temperatuur in stockageruimte: -10°C tot 70°C
  • Maximale vochtigheidsgraad : 93%, geen condensatie.
  • Busbelasting : 20mA (piek) bij nominale spanning 13,8V.
  • Maximale installatiehoogte : 2.000 meter boven zeespiegel.

  Uitgangen

  • Twee onafhankelijke DALI broadcast-bussen DA1 & DA2 met 1 gemeenschappelijke interne voeding voor maximaal 64 verlichtingstoestellen wanneer deze maximum 2mA vermogen op de DALI-bus opnemen..

  Fysische specificaties

  • Behuizing: plastic, zelfdovend overeenkomstig UL94-V0
  • Beschermingsgraad: IP20, EN 60529
  • Installatie: snelle montage op DIN-rail, breedte 4 modules
  • Afmetingen (h x b x l): 62mm x 90mm x 72mm
  • Gewicht: ongeveer 145g 

  Algemene specificaties DALI-bussen

  • DALI bus- spanning: 16Vdc
  • Maximale afstand tussen QDBC02SA en DALI toestel is 300m bij een minimale draadsectie van 1,5mm²
  • Topologie: ster- en boomstructuur. Geen gesloten lus!
  • Ondersteuning DALI types die aanstuurbaar zijn d.m.v. broadcast-signaal

  Elektrische beveiliging:

  • Bus: 13.8Vdc – 18Vdc zeer lage veiligheidsspanning (ZLVS / SELV mits gebruik van juiste voeding en aansluiting).
  • Doorslagspanning : module is getest en goedgekeurd op 3kVac. (50 Hz, 1 min).
  • Niet-toxisch, in overeenstemming met WEEE/RoHS
  • Klasse II toestel (bij plaatsing in een afgesloten zekeringkast..)
  • In overeenstemming met EMC en laagspanningsregulaties.

  CE

  Qbus verklaart dat dit product voldoet aan alle toepasselijke Europese richtlijnen en verordeningen.

  De EU-conformiteitsverklaring is verkrijgbaar op aanvraag.

• Dimensionering

  QDBC02SA
• Verklaring symbolen

  Apparatuur waarbij de bescherming tegen het risico van elektrisch contact niet alleen gebaseerd is op basisisolatie, maar ook op aanvullende bescherming zoals dubbele isolatie of versterkte isolatie. Er is geen mogelijkheid tot aarding.

   

  Voordat u het apparaat aansluit, is het verplicht om de handleiding van het betreffende product te lezen. ISO7000-0434

  Netaansluiting (230V) op de voedingsconnector. IEC 60417-5036

  CE-conformiteit. Alle conformiteitsverklaringen zijn verkrijgbaar op aanvraag.

• Garantiebepaling

   2 jaar vanaf leverdatum. De garantie geldt niet langer indien de module geopend werd! De garantieperiode wordt met 2 jaar verlengd indien deze werd geplaatst door een erkende Qbus installateur.

  Bij defecten dient Qbus support gecontacteerd te worden door een erkende installateur. Na registratie bij Qbus support, kan de defecte module met een beschrijving van het defect, vrij van zegel verstuurd worden naar onze Qbus support.

  Contactgegevens:       

  Qbus NV

  Joseph Cardijnstraat 19

  B-9420 Erpe-Mere

  Tel: +32 (0)53 60 72 10

  Fax: +32 (0)53 60 72 19

  Email: support@qbus.be

Algemeen

• Veiligheidsvoorschriften

  Lees de volledige handleiding vooraleer de module te installeren en het system te activeren.

  OPGELET

  • De module moet geïnstalleerd, opgestart en onderhouden worden door een erkende elektrische installateur in overeenstemming met de geldende legale voorschriften van het land waar het geplaatst wordt.
  • De module moet op een voor kinderen ontoegankelijke plaats staan.
  • Deze module is alleen geschikt voor DIN-rail installatie EN50022. De module moet geïnstalleerd worden in een brandvrije, gesloten verdeelkast met ventilatieroosters.
  • Vooraleer aan de QDBC02SA te werken moet de spanning afgezet worden.
  • Sluit nooit externe spanningen (v.b. 230Vac) aan op DALI-bussen, Qbus-bus of op de ingangen! Dit zal onherstelbare schade veroorzaken aan de module en of aangesloten toestellen.
  • Enkel te gebruiken in combinatie met erkende DALI-verlichtingstoestellen.
  • Eén enkel DALI- toestel mag 2mA busbelasting opnemen zodat het maximum van 64 toestellen kan bereikt.
  • De module mag niet geopend worden. De garantie vervalt indien de module geopend wordt!
  • Gebruik nooit de voeding van de Qbus Controller voor de voeding van de LED- terugmeldingen op Stand-Alone modules!

Installeren en bekabelen

• Plaatsing

  Klik de module op een DIN-rail DIN EN50022.

• Voeding

  OPGELET : ONDERBREEK DE STROOMVOORZIENING NAAR DE MODULE VOORALEER AAN DE MODULE TE WERKEN!
  Een tweepolige automatische zekering van maximum 16A moet op de 230Vac modulevoeding aangesloten worden. Doorsnede van de geleider: minimum 1,5mm². Verwijder ongeveer 7mm isolatie van de geleider en schroef de geleider in de connector L-N.

• Belasting

  De QDBC02SA voorziet enkel twee DALI- broadcast- bussen. De spanning voor de verlichtingstoestellen wordt buiten de QDBC02SA voorzien. 

  Op de DALI- bussen mag géén externe spanning of 230Vac worden aangesloten! Sluit de twee draden bedoeld voor de DALI- bus op de terminals van DA1 of DA2. Verwijder ongeveer 7mm isolatie van de kabel en duw de kabel in de terminals. Zowel vaste als soepele draad tussen 0,5 – 1, 5 mm2 kan gebruikt worden; bij soepele draad moet met een schroevendraaier op de terminal geduwd worden bij het inbrengen van de draad. Er kunnen maximaal 64 DALI- verlichtingstoestellen verdeeld over de twee DALI- broadcastbussen worden aangesloten.

• SA-ingangen

  Verwijder ongeveer 7mm isolatie van de kabel en duw de kabel in de terminals 1 tot A. Zowel vaste als soepele draad tussen 0,5 – 1, 5 mm2 kan gebruikt worden; bij soepele draad moet met een schroevendraaier op de terminal geduwd worden bij het induwen van de draad. Ingang 1&2bedienen respectievelijk uitgang 1&2 Ingang A is standaard ingesteld als een sfeer-ingang: door de drukknop, die op deze ingang gekoppeld zit, na 0,7 seconden in te duwen los te laten, gaan alle uitgangen naar de uit-status; door deze zelfde drukknop langer dan 3 seconden in te drukken, gaan alle uitgangen naar de aan-status. Door bovenaan op de terminal te duwen met een schroevendraaier kunnen de draden uit de terminals weggenomen worden. De maximale draadlengte 

• Stand Alone LED-terugmelding

  Een externe 5-24Vdc voeding kan worden aangesloten op de QDBC02SA om een LED-terugmelding te geven voor de rechtstreeks aangesloten druktoetsen die rechtstreeks de 2 kringen sturen. 

• Bus-aansluiting

  Gebruik de groene afgeschermde EIB-kabel als de aanbevolen kabel wanneer de geleiders per 2 samen worden getorst om een sectie van minimaal 2 x 1 mm² te verkrijgen. Je mag een kwalitatief gelijkwaardige kabel gebruiken. De afscherming van de buskabel moet, en mag slechts, aan één uiteinde aangesloten worden op de algemene aarding van het gebouw. 

Aansluitschema

• Stand Alone

  Meerdere Stand-Alone modules kunnen met elkaar gekoppeld worden aan de “Alles-UIT” / “Paniek”-knop. 
• Met Qbus Controller

  Met bussysteem

• SA-configuratie (via de toetsen)

  1. Via de bedieningsknopjes op de voorzijde van de module kan je het Stand-Alone menu oproepen.

  2. De uitgangen staan standaard ingesteld met een minimum van 10% en zonder geheugenfunctie. Indien je wil dimmen tot 0% of gebruik wil maken van de geheugenfunctie, kan je dit instellen door de module in configuratiemodus te plaatsen en een aantal keren te drukken op de knopjes. Dit kan als volgt:

     1) Zet alle uitgangen UIT (= alle oranje LEDs zijn uit).

     2) Duw tegelijkertijd op knopje 1 en 2 en blijf deze indrukken => De rode STATUS LED begint op een bepaald tempo te knipperen.

     3) De rode STATUS LED op de module zal gedurende 5 seconden rap knipperen, en dan op een tragere snelheid beginnen knipperen.

     4) Zodra de STATUS LED enkele keren trager is gaan knipperen laat je 1 knopje los en houd het 2e nog ingedrukt en laat de led nog 2x knipperen voordat je het 2e knopje loslaat.

     De rode STATUS LED blijft nu knipperen: de module is in configuratiemodus gedurende 5 seconden of langer indien er wijzigingen worden gedaan.

     5) De oranje LED naast de drukknop licht op per keer er geduwd wordt. Onderstaande tabel toont het aantal keer dat er op de knop moet geduwd worden om een gewenste instelling te bekomen. Nadat er gedurende 5 seconden geen wijziging meer wordt doorgevoerd, stopt de configuratiemodus.

  Instelling	Aantal maal drukken
  Geen minimumm dimniveau	1
  Minimum dimniveau 10% (standaard)	2
  Geheugenfunctie UIT	3
  Geheugenfunctie indien laatste dimniveau >20%	4

  Als één van de knopjes tijdens de configuratiemodus gedurende 5 seconden ingedrukt wordt, dan wordt het respectievelijke kanaal terug standaard ingesteld (zie vette tekst in bovenstaande tabel) Een geslaagde RESET uit zich in het 10 keer SNEL knipperen van de led van dat kanaal. De configuratiemodus blijft actief gedurende 5 seconden na de laatste aanpassing, daarna knipperen alle LEDs op de module snel om te duiden dat de instellingen zijn opgeslagen en de configuratiemodus is gestopt.

• Via System Manager III

  Via de SMIII kan je elke module via de bus configureren. Dit wordt via ons kenniscentrum verduidelijkt.

  De Dali broadcastmodule stuurt aan de hand van 2 qbus I/O’s, 2 Dali-bussen aan. Alle Dali-armaturen, ongeacht hun ingesteld adres, zullen de status van de Qbus I/O volgen. Meestal wordt hiervoor een Qbus dimmeruitgang gebruikt.

  Na ingave van het serienummer verschijnt het volgende scherm:

  Via de knop “Lees stand” lees je de actuele waarde van de I/O’s uit.
   

  Via de Op/Neer knopjes kan je de I/O’s online bedienen. Een korte klik op of neer zal de I/O respectievelijk naar de startwaarde en uit-status brengen.

  Wens je deze module voor te configureren om Stand-Alone te werken, dan kan je dit bovenaan het scherm selecteren. Alle parameters kan je dan op die manier eenvoudig instellen:

  Net zoals bij de andere Qbus Stand-Alone modules zal indien de module in Stand-Alone mode wordt gebruikt, de vijfde ingang (Input A: All Off/On) als een Alles Uit-knop werken (kort duwen), en als Paniekknop bij lang duwen. 
  Van zodra de module niet langer in Stand-Alone mode wordt gebruikt, dus indien ze aan een controller wordt aangesloten en via de bus spanning krijgt, werkt de vijfde ingang anders. Nu moet een sfeer worden aangemaakt via de System Manager en toegekend worden aan deze ingang (op het veld “Input 5”). Bij kort duwen wordt deze sfeer dan uitgevoerd. LET WEL, bij lang duwen wordt automatisch de volgende sfeer in de lijst van aangemaakte sferen in de Qbus System Manager uitgevoerd. Zorg er dus voor dat daar rekening mee gehouden wordt! 
  BELANGRIJK: 
  - indien meerdere Stand-Alone modules onderling verbonden zijn op deze vijfde ingang, mag slechts op 1 module een sfeer worden toegekend – bij alle overige verbonden modules moet de sfeeringang (Input 5) leeg blijven! 
  - Voor de sferen die gebruikt worden in de 5de ingang van SA modules, mogen GEEN VERTRAGINGSTIJDEN worden ingesteld op sfeerniveau zelf. De vertragingstijden worden hier ingegeven in het scherm van de module.