Stand-Alone Universele dimmer 2/4 kanalen
- DIN-rail module om 2/4 kringen van 10-500VA te dimmen
- Voor halogeenlampen met of zonder elektronische en klassieke transformatoren, gloeilampen, dimbare spaarlampen en retrofit LEDs.
- Kan Stand Alone gebruikt worden (zonder Controller)
- 3 rechtstreekse ingangen zijn voorzien voor de aansluiting van standaard drukknoppen
DIN-rail module om 2/4 kringen 230V dimbare verlichting te dimmen met een vermogen tussen 10-500VA per kanaal. Voor halogeenlampen, elektronische en klassieke transformatoren, gloeilampen, dimbare spaarlampen en retrofit LED's. Deze module kan Stand-Alone gebruikt worden (zonder Controller) gezien er 3 rechtstreekse ingangen voorzien zijn voor de aansluiting van standaard drukknoppen (inclusief een Alles Uit & Paniek-knop). De module kan ook gestuurd worden via de 2-draads Qbus bus in combinatie met een Qbus controller.
Veelgestelde vragen
-
Bij het uploaden van de gegevens geeft een module steeds Err.255 (Module not found)
Indien er bij het programmeren of verifiëren van een module Err.255 verschijnt, dan kan dit verschillende oorzaken hebben:
Controleer in de eerste plaats of het serienummer correct werd ingetypt zoals weergegeven op het stickertje op de module of op het doosje. Een serienummer bestaat steeds uit 6 cijfers of uit 10 hexadecimale tekens (bvb. 0006B01ADE) waarvan de 4 eerste het moduletype bepalen.
Voer een test uit via “Hulpprogramma’s/Communicatie Check”. Typ hier de laatste 6 cijfers van het serienummer in en klik op “Start Module Test”. Bij perfecte communicatie met deze module moet je een mooi vlakke lijn op 100% te zien krijgen. Indien je een vlakke lage lijn ziet, dan is er nooit communicatie. Indien de lijn gepulseerd is, dan is er slechte communicatie. Controleer dan of de busspanning (+/- 14V) nog correct toekomt op de module of controleer de bekabeling. Probeer de communicatie met de module eens rechtstreeks aan de controller met 2 korte busdraadjes (zonder enige andere aangesloten module) alvorens deze via onze RMA procedure terug te sturen.
Een aantal modules kunnen hun serienummer uitsturen:
- Alle SWC varianten kan je zoeken via “Bestand/Modules/Zoek naar modules”. Na het klikken op “Start zoeken” zullen alle aangesloten schakelaars blauw knipperen. Bij het drukken op een willekeurige toets op de schakelaar, zal deze zijn serienummer doorsturen.
- Alle modules met een serienummer met 10 tekens kunnen we uitlezen via “Hulpprogramma’s/Communicatie Check” indien 1 en slechts 1 module van dit nieuwe type op de bus is aangesloten, door als serienummer “FFFFFF” in te geven.
-
Schakelen van een uitgang via één of meerdere detectoren EN via een druktoets.
Aangezien een detector steeds de exacte status van zijn detectie zal doorgeven naar de geconfigureerde uitgang, is het niet mogelijk om deze zelfde uitgang op meerdere modules te gebruiken.
Wens je dus een uitgang via een detector EN via een druktoets te schakelen, dan moet je deze koppelen via een logicauitdrukking
Bvb.:
ALS ( #Hall Detector1 = Aan
OF #Hall Detector2 = Aan
OF _Hall Druktoets = Aan )
DAN Hall Lamp = Aan ANDERS = Uit
Een voorbeeld configuratie vind je ook op volgende link: Detector_And_Manual.QDB
-
Hoe leest men een bestaande configuratie uit?
Naargelang het type controller is dit een totaal andere procedure.
- Voor de CTD controllers gaat dit als volgt:
In de SMIII via “Bestand” of “Hulpprogramma’s/Setup/SD-kaart” klik je op “Herstel QDB van SD”.
Na de bevestiging kies je de naam en locatie waar het bestand moet bewaard worden. De gezipte QDB file wordt dan uit de SD kaart van de CTD gelezen en bewaard. Bij een positief antwoord op de vraag “Unzip en open restored QDB?” zijn alle gegevens dan onmiddellijk beschikbaar. Indien de gegevens waarmee je nog bezig was niet verstuurd of bewaard werden, dan krijg je eerst nog wel een melding om dit alsnog te doen.
- Voor een CTL controller volg je volgende procedure:
Omdat deze controller nog niet voorzien is van een groot geheugen, kunnen slechts beperkte gegevens gerecupereerd worden. O.a. de namen zijn afgekort op 12 karakters en serienummers zitten nergens gestockeerd.
Een eerste stap is dus via de SMII het intypen van ALLE serienummers via “Bestand/Modules”. Deze 6-cijferige serienummers zijn op elke module (DIN-rail, schakelaar, detector, …) terug te vinden. Voor de SWC0x schakelaars werd er wel een extra mogelijkheid voorzien om deze via “Zoek naar modules” hun serienummer te laten uitsturen.
Wanneer je daarna op de ‘pijl naar beneden’ klikt, kan je al deze beperkte gegevens uitlezen.
-
Gebruik steeds de meest recente software voor configuratie.
Het is steeds aan te raden de meest recente versie te gebruiken. Hierin worden steeds de nieuwste modules ondersteund en werden ook alle gekende bugs opgelost.
Indien je bvb een serienummer intypt en de juiste module info verschijnt niet, dan zal je vermoedelijk niet met de meest recente software werken.
Een nieuwere versie zal steeds de oudere files (.QDB) kunnen openen, zonder gegevensverlies.
De nieuwste System Manager software, bijhorende handleiding en versiebeheer vind je in het kenniscentrum.
Bediening
-
Stand Alone
-
Via slimme schakelaar of input
-
Via RoomMate
-
Via Qbus Control
De uitgangen van deze module kan je via Qbus Control AAN of UIT zetten met de knoppen onderaan.
Door omhoog of omlaag te vegen kan de de status wijzigen naar een waarde tussen 0 en 100%.
Met het grafiek symbool in de rechter bovenhoek kan je de historische data raadplegen.
- 24 uur: Hier zie je de status van deze I/O voor de laatste 24 uur.
- 7 dagen: Hier zie je de status van deze I/O voor de laatste 7 dagen. Je ziet ook meteen welke dag deze uitgang het langst en het kortst heeft aan gestaan. Door te tikken op een dag kan je in detail zien hoelang deze uitgang heeft aan gestaan.
- 30 dagen: Hier zie je de status van deze I/O voor de laatste 30 dagen. Je ziet ook meteen welke dag deze uitgang het langst en het kortst heeft aan gestaan. Door te tikken op een dag kan je in detail zien hoelang deze uitgang heeft aan gestaan.
-
Technische info voor installateurs
-
Functiebeschrijving
- Deze universele dimmer kan zowel Stand-Alone (op zichzelf – dus ZONDER de Qbus Controller en ZONDER externe voeding) werken, maar kan eveneens aangesloten worden op een Qbus controller om dan deel uit te maken van een volledige Qbus domotica-installatie.
- De DIM02SA/500U is geschikt om twee kringen van 10 – 500 VA te dimmen. De dimmers worden digitaal gestuurd met 8-bit precisie. Een optische scheiding tussen ingangen en uitgangen garandeert de veilige werking van de module. De dimmer kan gebruikt worden voor gloeilampen, halogeenlampen, capacitieve en inductieve belasting, dimbare 230V LEDs en dimbare spaarlampen.
- OPGELET: Dimbare spaarlampen en dimbare LED-lampen moeten op een minimum dim-waarde ingesteld worden (in te stellen bij koude lamp). Te lage dimwaarde zal de levensduur van deze lampen aanzienlijk verkorten of kan flikkering veroorzaken.
- Indien de dimmer als Stand-Alone module wordt gebruikt, kunnen per uitgang de belasting en het minimum dimniveau gekozen worden door gebruik van de knoppen op de module. Zie verder onder “Manuele Bediening” in deze technische fiche. Bij gebruik van deze dimmer in een Qbus-installatie met Controller kan de belasting gekozen worden via de Qbus configuratiesoftware.
- De DIM02SA/500U is kortsluitvast, heeft overbelastings-beveiliging en thermische beveiliging. Indien de dimmer omwille van kortsluiting, overbelasting of te hoge temperatuur in beveiliging gaat zal de LED onder de uitgang snel knipperen. De uitgang kan gereset worden door de uitgang uit te schakelen. De DIM02SA/500U heeft eveneens een ingebouwde CAB-filter. OPGELET: Dimbare spaarlampen en dimbare LED-lampen moeten op een minimum dim-waarde ingesteld worden (in te stellen bij koude lamp). Te lage dimwaarde zal de levensduur van deze lampen aanzienlijk verkorten of kan flikkering veroorzaken.
- Indien de dimmer als Stand-Alone module wordt gebruikt, kunnen per uitgang de belasting en het minimum dimniveau gekozen worden door gebruik van de knoppen op de module. Zie verder onder “Manuele Bediening” in deze technische fiche. Bij gebruik van deze dimmer in een Qbus-installatie met Controller kan de belasting gekozen worden via de Qbus configuratiesoftware.
- De DIM02SA/500U is kortsluitvast, heeft overbelastingsbeveiliging en thermische beveiliging. Indien de dimmer omwille van kortsluiting, overbelasting of te hoge temperatuur in beveiliging gaat zal de LED onder de uitgang snel knipperen. De uitgang kan gereset worden door de uitgang uit te schakelen. De DIM02SA/500U heeft eveneens een ingebouwde CAB-filter.
- De module heeft eveneens 3 potentiaalvrije ingangen voor het koppelen van standaard drukknoppen. Ingang 1 tot 2 bedient respectievelijk uitgang 1 tot 2, ingang A is een sfeer-ingang die bij 0,7 seconden duwen (en dan los laten) een ALLES UIT sfeer uitvoert, en bij 3 seconden duwen (blijven duwen) een PANIEK-SFEER (Alles Aan) uitvoert. Standaard staan de ingangen als druktoets ingesteld. Wanneer de DIM02SA/500U aan een controller gekoppeld is kan via de Qbus configuratiesoftware de functie aangepast worden naar normaal open of normaal gesloten.
- De module bevat eveneens 2 LED-uitgangen voor terugmelding op de schakelaars. Hiervoor moet een externe 24V-voeding geïnstalleerd worden.
- De dimmer-uitgangen kunnen enkel als een één-toets dimmer geprogrammeerd worden. Bij een 1-toets dimmer moet de cyclus steeds vervolledigd worden: beginnende bij 0% naar 100% en terug naar 0%. Een korte puls (< 0.3 sec) brengt de dimmer van nul naar maximum in 2.5 seconden. De maximum waarde van de dimmer kan bepaald worden tussen 5% en 100%. De uitgang kan ook automatisch gedimd worden na een ingestelde tijd van 1 seconde tot 255 minuten.
- Indien dimmers via een sfeer gecontroleerd worden, kan de opgaande tijd en de neergaande tijd onafhankelijk ingesteld worden tussen 0,3 seconden en 20 minuten.
- Elke module heeft een uniek serienummer (6 cijfers). Op basis van dit serienummer kan de module geprogrammeerd worden via de Qbus software.
- Elke DIM02SA/500U is afgezekerd met een 500mA zekering. Zorg voor adequate ventilatie in de verdeelkast. Een tweepolige automatische zekering van maximum 16A moet op de modulevoeding aangesloten worden.
-
Technische gegevens
Algemene specificaties
- Voeding : 230Vac +-10%, 50Hz - maximum bescherming 16A/2P
- Doorslagspanning : getest op 3 kVac
- Typisch verbruik: 4,5VA
- Omgevingstemperatuur :
- Operationele temperatuur: 10°C tot 70°C
- Temperatuur in stockageruimte: -10°C to 70°C
- Maximale vochtigheidsgraad : 93%, geen condensatie
- Busbelasting : 10mA bij nominale spanning 13,8V.
- Zekering: 500mAT monofazig
- Maximale installatiehoogte : 2.000 meter.
Uitgangen
- 2 of 4 kanalen individueel instelbaar met fase aansnijding of fase afsnijding.
- Belasting volgens soort:
Gloeilampen, halogeenlampen, halogeenlampen met elektronische transfo’s : max 500VA bij 230Vac per uitgang
Halogeenlampen met klassieke transfo’s: max 400VA bij 230Vac per uitgang
Dimbare LED- verlichting en spaarlampen: max 100VA per uitgang - Minimum belasting: 10VA of 10W per uitgang
Fysische specificaties:
- Behuizing: Plastiek, zelfdovend in overeenstemming met UL94-V0
- Beschermingsgraad : IP20, EN60529
- Installatie : snelle installatie op DIN-RAIL, breedte 6 modules
- Afmetingen DIM02SA (HxBxL) : 62mm x 90mm x 107mm
- Gewicht DIM02SA: ongeveer 0,350 kg
- Afmetingen DIM04SA (HxBxL) : 62mm x 90mm x 161mm
- Gewicht DIM04SA: ongeveer 0,450 kg
Elektrische beveiliging:
- Bus: 13,8VDC laagspanning.
- In overeenstemming met EN60950 – 1 : 2006
- Doorslagspanning : module is getest en goedgekeurd op 3kVac. (50 Hz, 1 min)
- Niet-toxisch, in overeenstemming met WEEE/RoHS
- Klasse II equipment
CE
- Qbus verklaart dat dit product voldoet aan alle toepasselijke Europese richtlijnen en verordeningen.
- De EU-conformiteitsverklaring is op eenvoudig verzoek verkrijgbaar.
-
Dimensionering
DIM02SA/500U
DIM04SA/500U
-
Verklaring symbolen
Apparatuur waarbij de bescherming tegen het risico van elektrisch contact niet alleen gebaseerd is op basisisolatie, maar ook op aanvullende bescherming zoals dubbele isolatie of versterkte isolatie. Er is geen mogelijkheid tot aarding.
Voordat u het apparaat aansluit, is het verplicht om de handleiding van het betreffende product te lezen. ISO7000-0434
Netaansluiting (230V) op de voedingsconnector. IEC 60417-5036
CE-conformiteit. Alle conformiteitsverklaringen zijn verkrijgbaar op aanvraag.
-
Garantiebepaling
2 jaar vanaf leverdatum. De garantie geldt niet langer indien de module geopend werd! De garantieperiode wordt met 2 jaar verlengd indien deze werd geplaatst door een erkende Qbus installateur.
Bij defecten dient Qbus support gecontacteerd te worden door een erkende installateur. Na registratie bij Qbus support, kan de defecte module met een beschrijving van het defect, vrij van zegel verstuurd worden naar onze Qbus support.
Contactgegevens:
Qbus NV
Joseph Cardijnstraat 19
B-9420 Erpe-Mere
Tel: +32 (0)53 60 72 10
Fax: +32 (0)53 60 72 19
Email: support@qbus.be
Algemeen
-
Veiligheidsvoorschriften
Lees de volledige handleiding vooraleer de module te installeren en te activeren.
OPGELET
- De module moet geïnstalleerd, opgestart en onderhouden worden door een erkende elektrische installateur in overeenstemming met de geldende legale voorschriften van het land.
- Deze module is alleen geschikt voor DIN-rail installatie EN50022. De module moet geïnstalleerd worden in een brandvrije, gesloten verdeelkast met ventilatieroosters.
- Vooraleer aan de DIM0xSA/500U te werken moet de spanning afgezet worden
- Enkel transfo's die goedgekeurd zijn voor dimmen van uitgangen mogen gebruikt worden. Nul-last met elektromagnetische transfo's (ballasttransfo's) is niet toegelaten!
- De dimmer is bedoeld om gebruikt te worden met gloeilampen, halogeenlampen (ohmse belasting, faseafsnijding), capacitieve belastingen (faseafsnijding), inductieve belasting (faseaansnijding), dimbare spaarlampen en dimbare 230V LED-verlichting. Gemengd gebruik van verschillende belastingen is niet toegelaten.
- De module mag niet geopend worden. De garantie vervalt indien de module geopend wordt!
Installeren en bekabelen
-
Plaatsing
Klik de module op een DIN-rail DIN EN50022.
-
Voeding
OPGELET : ONDERBREEK DE STROOMVOORZIENING NAAR DE MODULE VOORALEER AAN DE MODULE TE WERKEN!
Een tweepolige automatische zekering van maximum 16A moet op de 230Vac modulevoeding aangesloten worden. Doorsnede van de geleider: minimum 1,5mm². Verwijder ongeveer 7mm isolatie van de geleider en schroef de geleider in de connector L-N. -
Belasting
De dimmer is voorzien van 2 of 4 dimkanalen. De nul-geleider is intern doorverbonden.
Verbindt de belasting zoals aangetoond volgens de aansluitschema's.Verwijder ongeveer 7mm isolatie van de geleiders en schroef de geleiders in de connectoren. Bij soepele draad moeten adereindhulzen op de soepele draden worden geklemd alvorens deze in de aansluitklemmen te steken. Gebruik een schroevendraaier met platte kop van 0,5mm x 3mm om de schroeven van de aansluitklemmen aan te draaien.
Schakel de spanning pas in nadat alle verbindingen zijn gecontroleerd.
-
SA-ingangen
Indien je rechtstreeks potentiaalvrije drukknoppen wenst aan te sluiten, kan je deze aansluiten op ingangen 1 tot A. Verwijder ongeveer 7mm isolatie van de geleiders en duw de geleiders in de steekklemmen 1 tot A. Zowel vaste als soepele draad tussen 0,5 – 1, 5 mm2 kan gebruikt worden; bij soepele draad moet je bij het induwen van de draad voorzichtig met een schroevendraaier op de veer van de steekklem drukken. Je kan de draden uit de steekklemmen wegnemen door bovenaan op de steekklem te duwen en de draad zonder grote kracht terug te trekken .
-
Stand Alone LED-terugmelding
Een externe 5-24Vdc voeding kan worden aangesloten op de ROL01PSA om een LED-terugmelding te geven voor bij voorbeeld de rechtstreeks aangesloten druktoets(en).
-
BUS-aansluiting
Aansluitschema
-
Stand Alone
Optie 1: Stand-Alone met drukknoppen
Meerdere DIM0xSA modules kunnen met elkaar of met andere modules uit het SA gamma (REL04SA, DIM04SA, ANR04SA) gelinkt worden.
Optie 2: Stand-Alone met LED-terugmelding
Met extra 5-24V voeding voor LED-terugmelding op drukknoppen.
OPGELET! Gebruik nooit de voeding van een Qbus controller voor het voeden van de LED-terugmelding! -
Met Qbus Controller
Met controller als deel van een volledig Qbus systeem
- Geen enkele module of schakelaar moet vervangen worden wanneer een CTD aan een Stand Alone installatie wordt toegevoegd. Alle reeds aangesloten drukknoppen behouden hun functie.
-
Stand Alone
MANUELE BEDIENING:
Wordt gebruikt om de uitgang rechtstreeks van op de module te bedienen, of om de respectievelijke belasting en het minimum dimniveau te kiezen indien de dimmer Stand-Alone wordt gebruikt. Elke uitgang kan via het knopje onder de desbetreffende uitgang bediend worden. Voor het kiezen van de aangesloten belasting moet volgende procedure gevolgd worden:
1) Zorg ervoor dat alle uitgangen UIT zijn (= alle oranje LEDs zijn uit).
2) Duw tegelijk op knopje 1 en 2 gedurende vier seconden.
3) De rode STATUS LED op de module zal 5 seconden rap knipperen, en dan op een andere snelheid beginnen knipperen.
4) 2 seconden nadat de STATUS LED op een andere snelheid begint te knipperen laat je 1 van beide knopjes los, en 2 seconden nadien laat je het andere knopje los. De rode STATUS LED blijft nu knipperen: de module is in configuratie-mode.
5) De uitgangen staan standaard ingesteld voor Conventionele transfo’s. Indien andere belastingen gedimd moeten worden, kan de respectievelijke belasting van de uitgang gekozen worden door een aantal keer te duwen op het knopje onder die uitgang. De oranje LED licht op per keer dat er geduwd wordt. Zie onderstaande tabel - naast het type belasting staat hoeveel keer er op het knopje moet geduwd worden:
Tabel type belasting
Belasting Aantal maal drukken Conventionele Transfo's
1
Elektronische transfo's
2
Gloeilampen
2
Halogeenlampen 230V
2
Retrofit led 230V (voorkeur)
2
Retrofit led 230V (alternatief)
1
CFL/LED met 100% startup (voorkeur)
3
CFL/LED met 100% startup (alternatief)
4
Indien gedurende 4 seconden niet geduwd wordt op de knopjes gaat de module automatisch uit de configuratiemode - de rode STATUS LED zal stoppen met knipperen.
6) Het minimum dimniveau kan ook in Stand-Alone mode ingesteld worden. Volg opnieuw stap 1) tot 4) om in de configuratiemode te geraken. Zie onderstaande tabel hoeveel keer er moet geduwd worden voor welk minimum dimniveau:
Tabel Low Dimming Limit (DimMin)
Low Dimming Limit (DimMin) Aantal maal drukken 0%
5
10%
6
20%
7
30%
8
Als één van de knopjes tijdens de setup mode voor 5 seconden ingedrukt wordt, dan worden het respectievelijke kanaal in DEFAULT mode gezet (zie vette tekst in de tabel, Conventionele transfo’s en 10% minimum dimniveau). Een geslaagde RESET uit zich in het 10 keer SNEL knipperen van de led van dat kanaal. De setup mode blijft actief.
OPGELET: Indien een bepaalde belasting en een bepaald minimum dim-niveau geselecteerd moet worden voor een uitgang moet dit in AFZONDERLIJKE stappen gebeuren. Zet de module in configuratie-mode, selecteer de belasting (1 tot 4 keer duwen), ga uit de configuratie-mode, ga dan opnieuw in de configuratie-mode, selecteer dan het minimum dim-niveau (5 tot 8 keer duwen).
7) De geheugenfunctie houdt in dat de dimmer onthoudt wat de ingestelde waarde was bij het uitschakelen van de dimmer. Voorbeeld: Als de dimmer op 60% staat bij uitschakeling, zal bij het herinschakelen de verlichting automatisch op 60% staan.
Zie onderstaande tabel hoeveel keer er moet geduwd worden om de geheugenstand in/uit te schakelen:
Tabel Geheugenfunctie
Geheugenfunctie Aantal maal drukken Geheugenfunctie uit
9
Geheugenfunctie aan
10
-
System Manger III
Via de SMIII kan je elke module via de bus configureren. Dit wordt via ons kenniscentrum verduidelijkt.
Na ingave van het serienummer verschijnt het volgende scherm:
De I/O’s kunnen vanuit de system manager geactiveerd worden door middel van de toetsen Op / Neer, en de momentane status kan geraadpleegd worden door de toets "Lees Stand" in te drukken.
BELANGRIJK: indien een circuit dimbare spaarlampen dimt, moet in dit bovenstaande venster de optie “CFL met 100% startup” gekozen worden. Dit zorgt ervoor dat de dimbare spaarlamp eerst op 100% ontstoken wordt, om daarna te dimmen naar het gevraagde percentage.
Wanneer u de eigenschappen van de module instelt naar “SA – Xx Dimmer”, dan kan u de module voorbereiden om stand-alone te werken.
Net zoals bij de andere Qbus Stand-Alone modules zal indien de module in Stand-Alone mode wordt gebruikt, de vijfde ingang (Input A: All Off/On) als een Alles Uit-knop werken (kort duwen), en als Paniekknop bij lang duwen.
Van zodra de module niet langer in Stand-Alone mode wordt gebruikt, dus indien ze aan een controller wordt aangesloten en via de bus spanning krijgt, werkt de vijfde ingang anders. Nu moet een sfeer worden aangemaakt via de System Manager en toegekend worden aan deze ingang (op het veld “Input 5”). Bij kort duwen wordt deze sfeer dan uitgevoerd. LET WEL, bij lang duwen wordt automatisch de volgende sfeer in de lijst van aangemaakte sferen in de Qbus System Manager uitgevoerd. Zorg er dus voor dat daar rekening mee gehouden wordt!
BELANGRIJK:
- indien meerdere Stand-Alone modules onderling verbonden zijn op deze vijfde ingang, mag slechts op 1 module een sfeer worden toegekend – bij alle overige verbonden modules moet de sfeeringang (Input 5) leeg blijven!
- Voor de sferen die gebruikt worden in de 5de ingang van SA modules, mogen GEEN VERTRAGINGSTIJDEN worden ingesteld op sfeerniveau zelf. De vertragingstijden worden hier ingegeven in het scherm van de module.